Staatsbosbeheer

Bodemonderzoek & advies soerelse leemkuil

Staatsbosbeheer

De opdracht­omschrijving

De leemkuil bij Soerel (in de gemeente Nunspeet) is een natuurpareltje op de 
Noord-Veluwe. In deze leemkuil bevinden zich groeiplekken van zeer 
bijzondere- en zeldzame flora. Voorbeelden daarvan zijn de Knollathyrus, 
Berghertshooi, fraai hertshooi, bochtige klaver, hokjespeul en soorten als 
bleeksporig bosviooltje, bosanemoon en grasklokje. Een aantal van deze 
soorten is door de provincie Gelderland aangemerkt als doelsoort in het kader 
van het verbeterprogramma ‘Actieve soortenbescherming Gelderland’. 
Daarnaast komt het vliegend hert voor in het eikenbos voor dat deel uitmaakt 
van de leemkuil.
Ten behoeve van natuurbehoud- en herstel (ook conform het Ontwerp 
Herstelprogramma Heiden en Stuifzanden) ziet Staatsbosbeheer ten aanzien 
van de leemkuil een naaste omgeving twee onderzoeksvragen:
1. Kan de ecologische kwaliteit (m.n. flora) in- en rond leemkuil beter worden 
behouden/hersteld door uitbreiding van habitattype in zuidwestelijke
richting ter plaatse van huidig dennen/lariksbosje.
2. Kan ecologische kwaliteit (m.n. bosflora) van leemkuil en omliggende 
eikenbos (het onderzoeksgebied) beter worden behouden/hersteld door 
herstel van mineralenbalans en uitbreiden van zwartwildkerend raster? 
Ten behoeve van bovenstaande onderzoeksvragen dient in- en direct rond de 
Soerelse Leemkuil nader onderzoek te worden uitgevoerd naar de aanwezige 
kwaliteiten in het gebied. Deze kwaliteiten zijn met name gerelateerd aan 
soorten van droge schraalland, soortenrijke heide en oude eikenbossen. Het 
gevraagde onderzoek is een zeer beknopte ‘LESA’ (LandschapsEcologische 
SysteemAnalyse) van de leemkuil en de directe omgeving van de leemkuil (zie
onderzoeksgebied in overzichtskaart bijlage I). Daarbij dienen met name de 
abiotische factoren nader te worden onderzocht en -gerapporteerd. Deze 
abiotische factoren dienen te worden gerelateerd aan de belangrijkste (reeds 
bekende) biotische waarden met soorten van droog schraalland, soortenrijke 
heide en oude eikenbossen.
Door onderzoek en rapportage dient meer helderheid te worden verkregen 
over de potenties van dit gebied en de invloeden van buitenaf, gericht op de 
Pagina 4 van 13
knelpunten en of kansen voor de ecologische instandhouding en herstel van 
dit gebied.
Het onderzoekgebied is in totaal ongeveer 4 ha. Voor ca. 0,5 ha daarvan wordt
ten aanzien van eerstgenoemde onderzoeksvraag ter plaatse van het huidige 
dennen/lariksbosje een beknopt inrichtingsvoorstel gevraagd, afhankelijk van 
de uitkomsten van onderzoek.


Voor het plangebied dienen de volgende producten te worden opgesteld:
1. Rapportage Bodemopbouw/bodemmorfologie en chemische en 
geofysische analyse van de bodem, met name gericht op het in 
kaart brengen van leemlagen, met heel beknopt de referentie aan 
de historische ontwikkeling.

 

1.Rapportage Bodemopbouw/bodemmorfologie en chemische en 
geofysische analyse van de bodem, met name gericht op het in kaart 
brengen van leemlagen, met heel beknopt de referentie aan de 
historische ontwikkeling.


Op 10 nader af te stemmen boorpunten worden op een aantal nader af te 
stemmen punten de bodemchemie onderzocht. De boorpunten zijn indicatief 
aangegeven in bijlage A. De boringen worden handmatig worden uitgevoerd.
Er kan worden uitgegaan van 1,20 m. diepte beneden maaiveld.
De boorgaten moeten nadien grondig worden dichtgemaakt, waarbij 
leemhoudend materiaal zo goed mogelijk in de leemlaag wordt 
teruggeplaatst en de locaties geen gevaar vormen voor personen en fauna. 
Heel beknopt dient de referentie te worden gemaakt aan de historische 
ontwikkeling aan de hand van historische kaarten.
Per boorpunt (inclusief profielboring t.b.v. leemlaag) dient in beeld te worden
gebracht:
a. Bodemopbouw/bodemmorfologie volgens systeem van bodemclassificatie 
van Nederland. Daarin dienen met name ook de leemhoudende laag/lagen
en vochthuishouding (aan de hand van redox kenmerken in het 
bodemprofiel) zo goed mogelijk in kaart te worden gebracht.
b. Per bodemhorizont dienen de geofysische kenmerken te worden 
omschreven, waarbij alle fracties, maar met name de (leemhoudende)
fracties goed worden gespecificeerd. Beschrijving van bodemtype gelieerd 
aan De Bakker & Schellings 1989 en de bodemopbouw Ten Cate et. Al, 
1995. Op ‘STIBOKA’-wijze te rapporteren van links naar rechts, 0-40 cm., 4-
80 cm., 80-120 cm. onder maaiveld. Van elke afzonderlijk te onderscheiden 
bodemhorizont wordt de zuurgraad bepaald door middel van bodem-PH￾strips en wordt bij pH5 en hoger een zoutzuurproef gedaan om de 
aanwezigheid van vrije kalk te bepalen. 
2. Beknopt advies voor maatregelen voor instandhouding- en herstel.
De veldopnames dienen plaats te vinden in juni en juli 2024. De overige 
producten dienen uiterlijk eind september 2024 te worden opgeleverd. 

 

Projectplanning

• Start voorbereiding medio mei 2024.
• Veldopnames in juni en juli 2024;
• 2 september 2024: levering de volledige conceptversie met bijlagen met 
tussen 7 en 12 werkdagen bespreking daarvan;
• Uiterlijk eind september 2024: Eindoplevering definitief rapport met 
bijlagen.

Deze inhuuropdracht verloopt via een aanbesteding. De opdrachtgever heeft eisen en wensen opgegeven. Aan de eisen moet je voldoen om kans te maken. Op de wensen kun je punten scoren.

De Eisen

De Wensen

  • Indien van toepassing, vul 'Onderliggende calculatie' volledig in en voeg toe bij deze vraag.
  • Indien van toepassing, vul 'Formulier bedrijfsgegevens onderaannemer' volledig in en voeg toe bij deze vraag.
  • Indien van toepassing, vul 'Documenten zoals gevraagd in het Programma van Eisen' volledig in en voeg toe bij deze vraag.
  • Indien van toepassing, vul 'Aanvullende documenten zoals gevraagd in hoofdstuk 4.1' volledig in en voeg toe bij deze vraag.

Interesse in deze opdracht?

Zo werkt onze dienstverlening

Deze opdracht is gesloten, reageren is helaas niet meer mogelijk

Gesloten

Mis geen kans, word gratis lid

Ontvang direct alle opdrachten en marktontwikkelingen in je mailbox